Germontis
Image default
Sport

Karpervissen op een zachte bodem

Het vissen op een (zeer) zachte bodem vraagt extra aandacht. Wie wel eens in een sloot zwemt met een zachte bodem zal het herkennen. Zonder al teveel moeite steek je jouw voet makkelijk te bodem in tot voorbij je enkel of zelf bij je knie. Wanneer je vist op deze bodem kan je dan wellicht voorstellen dat een stuk lood dat hier met een snelle vaart op terecht komt ook in de blubber terecht komt. Soms zelfs zo ver dat ook de gehele onderlijn met haakaas hier achteraan getrokken wordt. Ondanks dat de karper waarschijnlijk gewend is om in deze bodem zijn eten te vinden, is de kans op het vangen van een karper als het haakaas meer aan of zelfs op het oppervlakte van deze blubberbodem terecht komt. Maar hoe doe je dat?

Er zijn twee verschillende onderlijnen die hiervoor een oplossing kunnen bieden. De ene oplossing is het vissen van een erg lange karperonderlijn. De kans dat het haakaas mee de bodem in wordt getrokken is dan niet zo groot. Wel is onduidelijk hoeveel van de lange onderlijn dan beschikbaar is om het haakaas op te nemen en de onderlijn strak te zwemmen. Afhankelijk van de dikte van de blubber op dat specifieke stukje bodem zal het meer of minder lijn zijn. Wil je veel meer invloed kunnen uitoefenen, dan kan je beter voor oplossing twee gaan. 

De tweede oplossing is het vissen van een onderlijn op de leader. De leader is het stuk tube, lijn of leadcore dat je hoofdlijn verbindt met het lood. Hiervoor is de zogenaamde chod-rig ontwikkeld. De chod kan zowel schuivend, deels schuivend of vast op de leader worden gezet met beads (rubberen balletjes). Met een wartel met een groter oog kan deze over de leader worden geschoven. Mocht je nog geen chods in je rig-wallet hebben, dan zal je vaak wel de onderdelen in je tacklebox hebben om er zelf één te maken. De lengte van de onderlijn is kort. Soms een enkele centimeter. Soms bijna 10. De chod wordt over het algemeen gevist met een pop-up. Dit is een drijvend boilie die mooi op of ligt boven de blubber blijft hangen. Hierdoor kan deze makkelijk opgenomen worden door een karper. Deze onderlijn is ook erg geschikt als er veel wier op de bodem aanwezig is. Ook in dit geval kan het haakaas en haak in dit wier terecht komen, wat de kans op een goede inhaking erg verkleind. 

Let wel bij het plaatsen van de karperhengel dat deze gelijk aan het water of naar de bodem wijst. Door het hoog plaatsen van de hengel kan de leader van de bodem af komen te staan en een onnatuurlijke presentatie geven.